11 okt. 2023
Toernooidirecteur John van Lottum: ‘We hebben een volgende stap gezet’
Enorm trots. Dat waren de eerste woorden die toernooidirecteur John van Lottum sprak toen hem werd gevraagd welk gevoel hij had tijdens de eerste dag van de World Padel Tour Decathlon Amsterdam Open in AFAS Live. ‘We zijn professioneler geworden, maar hebben de warme sfeer van vorig jaar behouden’, zei hij.
Na de succesvolle eerste editie in de Centrale Markthal in Amsterdam wilden de toernooidirecteur en de rest van het team een volgende stap zetten tijdens de tweede editie in de AFAS Live. ‘Dit is zoals we het in ons hoofd hadden. We hebben een volgende stap gezet’, zei Van Lottum terwijl hij het imponerende stadion in keek.
Hij doelde onder meer op de 3.200 zitplaatsen, flitsende lichten, prachtige baan, dj booth en de warme en intieme sfeer. Van de vertegenwoordigers van de World Padel Tour hoorde hij dat veel venues op andere plekken in de wereld niet kunnen tippen aan de World Padel Tour Decathlon Amsterdam Open. ‘Dat maakt je natuurlijk enorm trots.’
Terwijl de eerste wedstrijden tijdens de openingsdag - ‘Dutch Day’ - werden gespeeld, was Van Lottum tussen het kijken door nog druk in de weer om de laatste details op orde te brengen. ‘Je wilt toch weten of de spelers het naar hun zin hebben en of de baan goed is’, zei hij. ‘Maar de eerste reacties zijn heel positief en ze vinden de sfeer geweldig.’
Dat padel leeft in Nederland bleek wel uit het feit hoeveel vraag er was naar kaarten voor de World Padel Tour Decathlon Amsterdam Open, dat tot en met zondag duurt. Van Lottum kon met trots zeggen dat het stadion elke dag stijf uitverkocht is. Hij verwacht in totaal ongeveer 30 duizend bezoekers. Een prachtig aantal.
Van Lottum denkt dat de World Padel Tour Decathlon Amsterdam Open de toch al populaire padelsport in Nederland een extra boost kan geven. ‘Hier komen de beste spelers ter wereld. Dat zorgt voor enorm veel spektakel. De toeschouwers zien ballen die ze in het echt nog nooit hebben gezien’, zei hij. ‘Verder is het goed dat de sport op deze manier meer aandacht krijgt en op televisie komt.’